By Nel

Afreageren

Zeven jaar geleden kreeg haar moeder borstkanker en inmiddels gaat het alweer een hele tijd goed. In dit gesprek kijken we terug. Marit (17): ‘Ik weet nog dat wij uit school kwamen en dat oma en opa huilend aan tafel zaten. Mijn vader stuurde ons nog even naar buiten, daarna hebben ze het meteen verteld. De volgende dag ging mijn moeder mee naar school en vertelde het eerst aan de juf en toen aan de klas. Ik vond haar best dapper. Je moet weten dat wij in een dorp wonen. Zo wist iedereen wat er aan de hand was en hoorden ze het uit haar eigen mond.’
Marits moeder werd geopereerd en onderging een amputatie. Ze kreeg geen chemo- of radiotherapie. ‘Wel zo’n onderzoek met een radioactief goedje waarbij er naar de lymfeklieren wordt gekeken. Er zijn lymfeklieren weggehaald en ze slikt hormoonpillen. Die amputatie wilde ik niet zien, maar op een gegeven moment is mijn moeder gewoon in de badkamer blijven staan. Het viel hartstikke mee en ook al blijft het een raar gezicht, het is echt niet eng.’
Maar er gebeurde nog iets; Marit ontwikkelde heftige verlatingsangsten. Bang dat er iets zou gebeuren belde ze haar moeder continu op. Een psycholoog en haar beste vriendin hielpen haar verder. Twee jaar later ging ze zonder heimwee op schoolkamp, vanaf toen ging het bergopwaarts.
Haar puberteit was opnieuw een tijd van veel gedoe. Marit: ‘Ik had weinig oog voor het feit dat mijn moeder vaak moe was en reageerde alles op haar af met veel ruzie als gevolg. Nou ja’, constateert ze nuchter, ‘misschien was ik ook een lastige puber geweest als mijn moeder geen kanker had gehad!’
Gelukkig gaat het weer goed tussen hen beiden. Marit: ‘Wat helpt is dat ik opener ben geworden en weet waar ik zelf in het leven sta. En bang voor de kanker ben ik niet meer. Behalve als mijn moeder voor controle moet, op dat soort momenten is het er weer even.’