‘Mocht je na 19.00 uur of op zondag aankomen, dan word je welkom geheten door zuster Marylena. Ze wacht op alle gasten, maar het kan even duren voordat ze beneden is want ze is 82 jaar en woont helemaal bovenin het klooster.’ We bezoeken vier Duitse kloosters en hebben in elk klooster drie overnachtingen geboekt. ‘Je blijft daar toch niet?’ vragen familie en vrienden. Nee, dat zijn we niet van plan. We zijn vooral benieuwd. Hoe zullen we de stilte ervaren? Zal het monastieke gebeuren ons op de zenuwen gaan werken? Zal ik niet recalcitrant worden? Het loopt anders dan verwacht. In het eerste klooster rennen kinderen rond. In het luxe hotel bij het tweede klooster liggen folders over uitstapjes. In het derde klooster staat de barokke kerk in de steigers. In het vierde klooster raak ik voortdurend de weg kwijt. De hotelbedden zijn een verdienmodel. Gasten en inwoners leven in strikt gescheiden werelden. De nonnen zijn er wel, maar je ziet ze niet. Tenzij je aan een gebedsdienst meedoet. Dat doe ik twee keer, want ik wil toch echt iets van de sfeer proeven. Tussen de hoogbejaarde, zachtjes biddende nonnen dwalen mijn gedachten af. Ik kijk naar hun vriendelijke gezichten, hun bedekte haren, hun lange, donkere habijten, hun sandalen en probeer te begrijpen waarom iemand kiest voor een leven lang met God. Ik kom er niet uit. Intussen doet zuster Marylena plichtsgetrouw haar werk. Evenals een medezuster die elke dag met de tuin bezig is. Op de foto willen ze niet.