‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’, schreef K. Schipper in zijn veelgeprezen gedicht ‘De ontdekking’. Kijken is beleven en goed kijken is een kunst op zich. Eén van mijn wandelmaatjes weet enorm veel van alles wat groeit, bloeit en fluit. Terwijl ik de oren van haar hoofd klets staat zij stil om een toefje melig takmos te onderzoeken. Ik zou het nooit hebben gezien als zij mij er niet op had gewezen. Zo gaat het natuurlijk vaak. We zijn met onze gedachten elders, praten te veel of kijken gewoon niet om ons heen. Doe je dat wel dan zie je de gekste dingen. Oefening baart kunst, dus dwing ik mijzelf om beter te kijken. Ik schakel mijn gedachten uit en gebruik alleen mijn oren, neus en ogen. In Den Helder lopen we in de Donkere Duinen, een aangeplant stuk dennenbos. Hoog boven ons horen we kabaal en zien de nesten van reigers. De ouders vliegen af en aan en een jonge reiger doet alsof hij onzichtbaar is. Het is een hilarisch gezicht zo’n klein gedrocht dat stokstijf in zijn nest blijft zitten. We vermijden het pad met de Schotse Hooglander. Tussen zijn enorm horens prijkt een bijna vertederende bos krullen. Kijkt hij ons nou aan of doet hij net alsof? In een zompig ruikende eendenvijver zit een schildpad te zonnen. Dan struikel ik over een paar boomstronken. Eén van de stronken heeft de vorm van een hondenkop. Gaaf! En zo wordt een middagje Den Helder een ware ontdekkingstocht.
Hondenkop
