By Nel

My Angel

Haar man heeft haar zojuist liefdevol gedag gekust en nu zit ze in het taalcafé wat verloren om zich heen te kijken. Ze heeft Afrikaanse roots, komt uit Tourcoing en spreekt uitsluitend Frans. ‘Thuis verzorgde ik oude mensen en dat wil ik hier ook gaan doen’, zegt ze. ‘Maar dan moet ik wel Nederlands leren.’ We beginnen bij het begin. Tafel, stoel en de getallen 1 tot en met 10. ‘Eén tafel, twee tafels.’ Ze proeft de klanken. Ik wijs naar de stoel. ‘Een stoel, twee stoels’, somt ze op. Hartstikke goed, maar het meervoud van stoel is stoelen. Pff, wat is onze taal toch ingewikkeld en dan die oe, ui en eu! Een half uur later ligt de tafel bezaaid met kaartjes met afbeeldingen van allerlei zaken die je thuis tegenkomt; deur, raam, kast, lamp, bed, een bank … Ze krijgt het er benauwd van, maar blijft stug door oefenen. ‘Plak thuis van die gele papiertjes op het raam, de deur, het bed en de kast’, stel ik voor als we bij een bekertje koffie samen uitpuffen. ‘Zo kan je de nieuwe woorden elke dag oefenen. Maak er maar een foto van.’ Op haar prachtige, donkere gezicht verschijnt een brede lach. Paniek is plezier geworden. Natuurlijk kan ik het niet laten om te plagen. ‘En plak ook zo’n geeltje op het voorhoofd van je man. Als je er ‘My Angel’ opzet (zo stond hij in haar telefoon) vergeet je nooit meer hoe hij heet.’ Ze giert het uit. Ik ben benieuwd of ze volgende keer met een foto komt.