By Nel

Na de storm

Dudley, Eunice en Franklin maakten er met zijn drieën een ongekende puinhoop van. Omwaaiende bomen, rondvliegende dakpannen, slagregens, hoosbuien, een enorme zwik materiële schade en vier dodelijke slachtoffers. En dan was er ook nog het Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen, een fietstocht van 9 kilometer op een fiets zonder versnellingen over de Oosterscheldekering bij windkracht 7 of meer. ‘Je moet er een beetje gek voor zijn’, riep een nog nahijgende deelnemer. 
Maar vandaag is de storm geluwd en komt voor het eerst de zon weer tevoorschijn. Zoals altijd wil ik naar het strand. Als je aan de kust bent geboren is dat een onweerlegbaar gegeven: na – en het liefst tijdens – een storm ga je naar het strand.  
Ik blijk niet de enige te zijn met die drang. Het strand is bezaaid met mensen. Verliefde stelletjes lopen hand in hand, een mountainbiker fietst dwars door de menigte, een vrouw met een metaaldetector zoekt schatten. Voor een van de strandtenten schuift een bulldozer de laatste bergen zand weg. Nog even en de toegang is weer begaanbaar.
Ik denk aan het telefoontje van vanmorgen. Twee lieverds opnieuw in zwaar weer. Hij voor de zoveelste keer knokkend voor zijn herstel, zij alle zeilen bijzettend om hem te geven wat hij nodig heeft. Omvergeblazen en murw gebeukt vragen ze zich af hoe het verder zal gaan. 
Dolend tussen drijfhout en zeesterren stuur ik hen de blauwe lucht, een dag vol verwachtingen en een grote bulldozer. Een bulldozer die de puinhopen terzijde schuift en een pad aanlegt waarop ze nog lang samen kunnen lopen.