In Vietnam hebben namen vaak een betekenis, zo’n door de ouders vastgelegde naam moet in het leven worden waargemaakt. Hung betekent dapper. “Ach”, zegt Van Hung Ha (45) bescheiden. “Ik probeer gewoon goed te doen.” Eerst maar eens de vraag hoe het zit met de volgorde van de namen. In het Vietnamees staan ze net andersom, dus eerst de achternaam Ha, dan de roepnaam Van Hung. Een brede glimlach: “Ik heet dus meneer Ha, hoe leuk kan dat zijn?”
We zitten in zijn modern ingerichte Alkmaarse doorzonwoning met als blikvanger de grote open keuken. In de Vietnamese cultuur zijn gastvrijheid en eten onlosmakelijk met elkaar verbonden. De inwendige mens moet goed voelen, vandaaruit kun je verder. Dus zijn etentjes met veertig personen in huize Ha heel gewoon. “We maken de tafel groter en beginnen rond 15.00 u om ’s avonds laat te eindigen. Nu maar hopen dat die tijd weer terugkomt, want zo is het wel heel erg stil.”
Tot zijn 8ste levensjaar woont Hung op het Zuid-Vietnamese platteland. De oorlog is voorbij, maar de bevolking zucht onder het communisme. “Je mocht niks, alles werd gecontroleerd en overal was politie. Vooral opvallen was gevaarlijk, want dat werd meteen tegen je gebruikt. We voelden ons erg onveilig. Daar kwam bij dat mijn vader onder de Amerikanen had gediend.”
Op zoek naar vrijheid gaat de familie Ha, in 1983 na jaren van voorbereiding in een zelfgebouwde vissersboot samen met 65 anderen waarvan circa de helft kinderen, de Zuid-Chinese Zee op. Twee dagen en drie nachten laveren ze tussen de vrachtschepen, tot ze worden opgepikt door een Nederlandse olietanker. “De kapitein wist dat het die nacht hevig zou gaan stormen en schatte in dat we dat niet zouden overleven. Uit humanitair oogpunt werden we na toestemming van de koningin op de tanker gehesen en in Korea aan land gezet. Na drie maanden in een opvangcentrum te hebben gezeten, konden we door naar Nederland. Eerst naar Apeldoorn, drie maanden later naar Alkmaar waar de ontvangst warm en hartelijk was. Hij maakt een vergelijking met de bootvluchtelingen van nu. “De verhalen over ziektes, piraterij, slecht weer, kapotte boten en vrijheid zijn hetzelfde, maar het gaat nu om veel meer mensen. Bovendien is de economie veranderd en daarmee de tolerantie.”
Alweer 37 jaar woont hij in het huis waarin de familie ooit begon. Zijn ouders wonen een paar straten verder en ook zijn broers en zussen hebben hun eigen plek. “Volgens onze ouders heb je maar één keer geluk in je leven en moet je zo goed mogelijk je best doen. Dan komt alles goed.” En het kwam goed. Na stug doorleren is Hung architect geworden. Daarnaast was hij gedurende tien jaar voorzitter van de Vereniging van Vietnamese Vluchtelingen Alkmaar. Een vereniging die samen met omwonenden tal van culturele activiteiten organiseert, zodat je iets van elkaar kunt leren. Bedachtzaam formuleert hij zijn geluk. “Geluk is dat je iets kunt betekenen voor je medemensen en familie. Dat vind ik heel belangrijk. Dat geldt ook in mijn werk. Zelf ben ik omringd door aandacht en liefde en dat wil ik anderen ook geven.” Wat de opvoeding van zijn eigen kinderen betreft zijn gehoorzaamheid, respect hebben en hard werken de belangrijkste pijlers. “Je moet je kinderen goede bagage meegeven, want je bouwt je leven en je geluk niet in één dag op.” Voordat ze zich over haar Frozen-kleurboek buigt, laat de 4-jarige Tú-Anh een zelf geknutselde dolfijn zien. De 7-jarige Do-Minh legt de werking van een uit technisch lego vervaardigd onderzoeksschip uit. “Kijk, hier kan de duikboot in hangen”, zegt hij ernstig. Ondertussen heeft Do-Thông (9) speciaal voor mij de namen van de vissen uit het aquarium opgeschreven: labyrintvis, neontetra, regenboogzalm, pangasius, zwarte tetra, pleco-algeneter. “Geen zoenvis?” vraag ik. Hij lacht verlegen. “Echt niet!”
Op 17 juni 2020 gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad.