‘Dit heb ik nog nóóit meegemaakt!’ Een nogal melodramatische opmerking uit de mond van een 10-jarige, maar gelijk heeft ze. Tot nu toe hadden we bij al onze uitjes een rechtstreekse verbinding. Vandaag zit er een overstap van drie minuten in het schema. Het wordt een rit om nooit te vergeten. Eerst scheuren we naar het station in Alkmaar. Beetje laat, want we moesten ons losrukken van het memospel over roofvogels. A. springt op de fiets, kleindochter en ik nemen de benenwagen. Hijgend komen we aan. Door het in de kraag vatten van een zwartrijder vertrekt de trein met vertraging. De conducteur reageert lachend op de goocheltrucjes van onze kleindochter en dirigeert ons naar het eind van de coupé om de overstap in Hoorn zo kort mogelijk te maken. Hoewel vijftien reizigers het op een hollen zetten, vertrekt de trein pal voor onze neus. Een uur later zijn we in Enkhuizen en wandelen in het pikkedonker naar Zuiderzeelicht, een buitenvoorstelling over een eigenwijze boerendochter. De storm die over het IJsselmeer giert maakt het hele gebeuren tot een geweldig avontuur. Na onze magen met warme apfelstrudels te hebben gevuld, is het tijd voor de terugreis. In Hoorn stopt onze trein op het verkeerde perron. Weer wordt het rennen voor de overstap. We halen het nét. Als we in Alkmaar uitstappen is A. haar fietssleutel kwijt en is het adrenalinegehalte van onze kleindochter tot recordhoogte gestegen. Uiteindelijk wordt de sleutel gevonden en duiken we na ‘het meest fantastische uitje ooit’ tegen middernacht ons bed in. Op naar 2024!