Het is een zwoele avond. Het is windstil en de zee is zo vlak als een spiegel. In het licht van de ondergaande zon ga ik op zoek naar het strandpaviljoen. Ik gooi mijn rugzak op een stoel en bestel koffie. Even later schuiven er drie vrouwen en twee mannen aan. Ze verloren alle vijf hun partner. Eerst maar een rondje voorstellen. We geven ruim baan aan een jonge weduwnaar wiens vrouw nog maar kortgeleden is overleden. Zijn twee tienerkinderen proberen hun leven weer op te pakken, dat voelt goed maar is ook pijnlijk en verwarrend. Hebben ze dan geen verdriet om hun moeder? Zijn stem stokt. De groep die als gevolg van de lange lockdown kleiner is dan voorheen luistert, herkent, erkent en biedt hoop. ‘Echt, ooit komt het goed!’ We duiken de diepte in waarbij we gebruikmaken van kaarten met uitspraken. ‘Lekker hè, dat sterk zijn. En wij maar overeind blijven’, zegt een moeder terwijl ze naar de ik-ben-sterk-kaart wijst. ‘Ik vind het beremoeilijk om mijn tranen te laten zien’, reageert een ander. Een vader pakt de niet-praten-kaart. ‘Mijn zoon wil het al vier jaar nergens over hebben. Maar gisteren zag ik plotseling een pasfoto van zijn moeder voor zijn computer staan.’ De verhalen, voorbeelden en tips vliegen over tafel. Bij de kaart die over kracht gaat is vertrouwen het sleutelwoord; vertrouwen in jezelf en in je kinderen. Als ik na een geweldige avond naar huis ga en door alle indrukken de verkeerde afslag neem kleurt de hemel paars en hebben de twee vaders een afspraak om bij elkaar op de koffie te gaan.