‘Ik ben er nog helemaal niet aan toe’, zegt onze 81-jarige buurvrouw opstandig als ze hoort dat ze naar een verzorgingshuis moet. ‘Ik wil er nog even over nadenken. Misschien over een paar jaar.’ Helaas heeft ze geen keus. Thuisblijven is onverantwoord, na veertig jaar in haar vertrouwde huis gaat ze een nieuwe fase in. Terwijl ik op mijn balkon dit stukje typ en van de prachtige nazomer geniet, mijmer ik over afscheid nemen, een onderwerp dat deze week verschillende keren langskwam. In een les aan oncologieverpleegkundigen, bij onze buurvrouw, onze kleindochter en bij vrienden. Afscheid nemen, we doen het meerdere keren. Bewust, onbewust, vrijwillig, onvrijwillig, definitief of omdat er een nieuwe levensfase is aangebroken. Onze kleindochter neemt afscheid van het kinderdagverblijf. Haar vriendinnetjes gaan niet mee naar haar nieuwe school en ook haar juffen blijven achter. Maar ze heeft er zin in. Een spannende nieuwe stap in een leven dat nog voor haar ligt. Een doodzieke, goede vriend blikt vooruit naar het einde van zijn leven. Voor hem is het straks afgelopen, maar hoe moet het met zijn dierbaren? Een bevriend echtpaar vertrekt naar Zeeland. Niet het einde van de wereld, maar toch. Er breekt een nieuw tijdperk aan, even langslopen gaat niet meer, het is van twee kanten afscheid nemen. Ik schenk een biertje in en kijk naar de boom in de tuin van de buurvrouw die zich opmaakt voor de herfst. Ik koester de kleuren en breng een toost uit op alles wat het leven te bieden heeft.
Toost
