By Nel

Verlanglijstje van een 15-jarige

‘Beste Sint doe eens knus, dit jaar wil ik wel wat snus.’
‘Snus? Nooit van gehoord, dat heb ik vast niet aan boord.’ 
‘Ben je dan nooit in Zweden geweest? Daar gebruiken ze dit te gekke goedje het meest. Nu is het ook hier gewoon geworden. Zakjes nicotinepoeder met een smaakje – in Zweden is het tabak – en in een vet doosje verpakt. Hoe je het gebruikt? Je stopt zo’n zakje onder je bovenlip. Wel even je hand ervoor, anders heeft iedereen het door. Muziekje in en hup de beuk erin. In het begin vond ik het maar niks, mijn tandvlees brandde als de hel. Maar ik zette door want dat branden went snel. Na een kwartiertje begint zo’n zakje te irriteren en dan moet het er echt uit. Je wordt er lui van man, gaat ervan vliegen, relaxed. Wist je trouwens dat een van mijn matties een gat in zijn tandvlees heeft? Komt van die snus, dat is bekend. Ik weet niet hoe die voetballers het doen, maar die hebben vast zo’n peperdure tandenvent. Gebruik je het lang dan word je duizelig, misselijk, krijg je hoofdpijn of val je zomaar van je stoel. Ook krijg je soms, net als bij pillen en snuiven, na de roes een neerslachtig gevoel.’
‘Huh? Maar dat is toch helemaal niet knus?’ Waarom gebruik je dan die snus?’ 
‘Nou ja, het is cool om erbij te horen en ze zeggen ook dat je er goed mee kan scoren. Maar eigenlijk is het gewoon geklooi. Dus beste Sint, pleur toch maar op met die zooi. Eruit met die stekker, ik vind een chocoladeletter ook best lekker.’