Vijf dagen per week prikt ze zich een ongeluk om zoveel mogelijk mensen gevaccineerd te krijgen. ‘Als het aan mij ligt gaan we dag en nacht door’, zegt ze. ‘Dan kunnen we straks weer veilig bij elkaar komen.’ Uren achtereen vaccinaties bereiden, mensen geruststellen en prikken. Samen met de GGD-collega’s van de administratie, beveiliging, het ambulancepersoneel, de gastvrouwen en -heren, EHBO’ers en artsen zet ze er de schouders onder. Zelf komt ze uit de zorg, maar er zijn er ook die een eigen bedrijf hebben, uit de horeca komen, nagelstylist of yogalerares zijn. Sommigen zagen hun werk en inkomsten voor hun ogen verdampen, anderen waren al met pensioen. De gestroomlijnde organisatie oogst alom bewondering. Tien miljoen prikken zijn er gezet en er zullen er nog veel meer volgen. In de tatoeages van die stoere kerels die met knikkende knieën en bezweet voorhoofd hun vaccinatie komen halen en plotsklaps heel klein blijken te zijn. Of in de arm van die mevrouw die zó bang is dat ze niet naar binnen durft, door haar man de deur wordt doorgeduwd, na afloop een vreugdedansje maakt en roept: ‘Oh wat ben ik blij!’ Maar het meest indrukwekkend is die moeder die tijdens het vaccineren ingespannen naar haar telefoon kijkt waarop een foto staat van haar 37-jarige zoon die drie weken daarvoor aan corona is overleden. ‘Mama, doet het voor jou’, zegt ze zichtbaar geëmotioneerd tegen de foto, om er als het klaar is op te laten volgen: ‘Hij zit er in hoor, voor jou!’