Een opgeruimd huis geeft een opgeruimd hoofd. Nou lekker dan, als de schilders al een week in je huis bezig zijn. Overal rommel en stof. Bovendien zitten we in een soort aquarium omdat de gordijnen er natuurlijk ook af moeten. Het begint met het leegruimen van de boekenkast die bij ons van vloer tot plafond reikt. De boeken liggen nu tegen de slaapkamermuur. Wel zijn er alvast drie dozen met een vriendin meegegaan. Ik ben ternauwernood klaar als de schilders voor de deur staan. Na de koffie volgt een grote inspectie, waarna er wordt begonnen met afnemen en schuren. Het is stervenskoud in huis, want de mannen hebben het warm. Nog geen uur later is het hele huis bedekt met een laag witte stof. Stof afnemen is dweilen met de kraan open, maar je moet toch iets en dus zwabber ik ’s avonds plichtsgetrouw de vloeren. Al dat gezwabber doet mij trouwens meteen aan ons demissionair kabinet denken. Is er net besloten dat we naar links moeten, moeten we twee weken later weer naar rechts. De Snollebollekes zijn er niks bij, maar die zijn tenminste nog komisch en hebben een hele schare fans, iets wat je van een zwabberend kabinet niet kunt zeggen. Ik vlucht naar boven en probeer in een ijskoude en propvolle studeerkamer mijn stukje te tikken. Helaas zijn mijn hersenen bevroren. Dan maar wat opruimen, daar word je in ieder geval warm van. Daarna met een boek in bad en morgenochtend fris weer op, want om 7.30 uur begint de pret opnieuw.
Zwabberen
